Ontdek de geheimen van de surf cultuur: Een gids voor surf termen

Heb je al eens opgemerkt hoeveel surftermen er zijn? Surfen is niet alleen een sport, maar een echte levensstijl. Ervaren surfers gebruiken veel surftermen in hun gesprekken. Als je niet bekend bent met de betekenis ervan, kan het lijken alsof ze een andere taal spreken. In dit artikel neem ik je mee langs de meest voorkomende surftermen, zodat je altijd weet waar het over gaat. Of je nu een beginnende surfer bent of gewoon geïnteresseerd bent in de surfsport, met deze lijst van surftermen ben je goed voorbereid op je volgende surfsessie. 

ABCDEFG HI JKLMNO PQRSTUVWX YZ

A.

A-frame: Een A-frame is een golftype dat breekt in de vorm van de letter A. Het biedt surfers de mogelijkheid om te kiezen of ze links of rechts willen surfen en tegelijkertijd aan beide zijden van de golf kunnen surfen.

Aerial: Een manoeuvre waarbij de surfer boven de lip uit springt en vervolgens landt ‘inside‘: de golf. Dit wordt ook wel een ‘air’ of ‘aerial’ genoemd en kan zowel op het witte water als op de ongebroken golf plaatsvinden.

Aggro: Aggro verwijst naar agressief gedrag in het water, meestal tussen surfers die strijden om golven. Dit gedrag kan leiden tot onnodige conflicten en een negatieve sfeer in de line-up.

Aloha: Aloha is een Hawaiiaanse groet die liefde, mededogen en vrede uitdrukt. In de surfwereld wordt deze term vaak gebruikt om een gevoel van gemeenschap en respect voor anderen te bevorderen.

B.

Backside: Wanneer een surfer met zijn rug naar de golf surft, wordt dit backside surfen genoemd. Dit vereist vaak andere technieken en manoeuvres dan frontside surfen, waarbij de surfer met zijn gezicht naar de golf surft.

Backwash: Backwash is het terugstromen van golven vanaf het strand of een obstakel naar de oceaan. Het zorgt voor onregelmatige golfpatronen en kan surfen moeilijker maken, maar creëert ook spectaculaire sprongen en bewegingen op het surfboard.

Barrel: Een barrel, ook wel ‘tube’ genoemd, is het holle deel van een golf waar het water over de top krult. Surfen in een barrel wordt vaak gezien als een van de meest opwindende en uitdagende aspecten van de sport.

Beach break: Een beach break is een surfspot waar golven breken over een zandbodem. Dit soort golven kunnen variëren van zachte, rollende golven die geschikt zijn voor beginners tot krachtige, holle golven die populair zijn bij gevorderde surfers.

Boardbag: Een boardbag is een beschermende hoes voor surfplanken, gemaakt van duurzaam, waterbestendig materiaal. Ze zijn ontworpen om de plank veilig te vervoeren en op te bergen, met schuimvulling tegen beschadigingen. Boardbags variëren in grootte en kunnen extra vakken hebben voor accessoires.

Bombora (of Bommie): Een bombora, ook wel een “bommie” genoemd, is een Australische term voor een ondiepe plek in de oceaan, meestal een rif, waar golven breken. Bommies kunnen zowel uitdagende surfomstandigheden bieden als gevaarlijke obstakels vormen voor onervaren surfers.

Boneyard: Een boneyard is een surfzone met veel blootliggende rotsen of koraal, die gevaarlijk kan zijn voor surfers. Het is belangrijk om bekend te zijn met de locatie van boneyards en om voorzichtig te zijn bij het surfen in de buurt van deze gebieden.

Booties: Neopreen schoenen voor surfers die bescherming en grip bieden. Ze houden voeten warm in koud water en beschermen tegen scherpe objecten en rotsen. Ideaal voor surfen in uitdagende omstandigheden.

Bottom turn: Een bottom turn is een manoeuvre waarbij de surfer onderaan de golf draait om terug naar het brekende deel van de golf te gaan. Deze cruciale manoeuvre wordt gebruikt om snelheid en positie te bepalen voor de rest van de rit.

C.

Carve: Een soepele, vloeiende bocht op een surfplank waarbij de surfer met kracht en precisie door het water snijdt. Het helpt om snelheid te behouden en is een belangrijke techniek in het surfen.

Channels: Channels zijn diepere gebieden tussen zandbanken of riffen, waar golven meestal niet breken. Surfers kunnen deze kanalen gebruiken om gemakkelijker naar de line-up te peddelen en om terug naar de kust te komen zonder te worden gehinderd door brekende golven.

Chine: De chine is de overgang tussen de bodem en de rail van een surfboard, vaak gebruikt in shaping jargon. Verschillende chine-ontwerpen kunnen invloed hebben op de snelheid, wendbaarheid en stabiliteit van een surfplank.

Chop: Ruwe, onregelmatige golven veroorzaakt door wind en stromingen. Chop maakt surfen uitdagender door verminderde stabiliteit en balans.

Corduroy: Corduroy is een term die wordt gebruikt om een reeks golven te beschrijven die naar de kust rolt met een gelijkmatig, geribbeld patroon, vergelijkbaar met corduroy-stof. Dit soort golven ziet er niet alleen mooi uit, maar biedt ook surfers meerdere kansen om golven te pakken.

Cutback: Een surfmanoeuvre waarbij de surfer een scherpe bocht maakt, meestal tegen de golf in, om terug te keren naar de krachtigere, brekende delen van de golf. Cutbacks zijn essentieel voor het behouden van snelheid en het verlengen van de rit.

D.

Dawn Patrol: Vroege ochtendsessies waarbij surfers bij zonsopgang het water in gaan om optimale surfomstandigheden te benutten.

Deck: Het bovenste oppervlak van een surfplank waar de surfer op staat. Het deck is meestal voorzien van een laagje wax om de grip te verbeteren en uitglijden te voorkomen.

Ding: Een beschadiging of deuk in een surfplank, vaak veroorzaakt door botsingen, vallen of ruwe behandeling. Dings moeten worden gerepareerd om verdere schade aan de plank te voorkomen.

Down the Line: De richting waarin een surfer parallel aan de golf surft, wat een langere rit mogelijk maakt en maximale snelheid en manoeuvreerbaarheid oplevert.

Drop: Het moment waarop een surfer een golf afgaat, vanaf de top naar het dal, en snelheid opbouwt. Een succesvolle drop is cruciaal voor het uitvoeren van manoeuvres op de golf.

Duckdive: Een techniek om met je surfplank onder naderende golven door te duiken, zodat je niet wordt meegesleurd of van je plank geslagen. Duckdiving helpt surfers om efficiënt naar de line-up te peddelen en energie te besparen.

Dumping: Dumping golven zijn golven die plotseling en krachtig breken, meestal in ondiep water. Dit soort golven kan gevaarlijk zijn voor surfers vanwege de abrupte impact en het verhoogde risico op letsel.

E.

Epoxy: Een type hars dat wordt gebruikt bij de constructie van surfplanken. Epoxyplanken zijn lichter en duurzamer dan traditionele polyurethaan (PU) planken en hebben meer drijfvermogen, wat ze ideaal maakt voor beginners.

Eskimo roll: De eskimo roll is een techniek die surfers gebruiken om onder een brekende golf door te duiken, waarbij ze hun surfplank opzij kantelen en onder water rollen. Dit helpt surfers om energie te besparen en te voorkomen dat ze door de golf worden meegesleurd.

F.

Fin: Een hydrodynamisch gevormd stukje, meestal gemaakt van plastic, glasvezel of carbon, aan de onderkant van een surfplank. Vinnen helpen bij stabiliteit, wendbaarheid en snelheid tijdens het surfen en zijn er in verschillende maten en vormen.

Flat: Flat verwijst naar surfomstandigheden waar er geen golven of slechts een zeer kleine deining is. Dit kan frustrerend zijn voor surfers die op zoek zijn naar golven om te rijden, maar het biedt een kans om te werken aan peddeltechniek en balans op het board.

Foamy: Een bijnaam voor een soft-top surfplank, gemaakt van zacht schuimmateriaal. Foamies zijn veiliger en gemakkelijker te leren surfen op vanwege hun drijfvermogen en vergevingsgezinde aard bij vallen.

Begin je net met surfen? Lees onze 7 Tips voor als je begint met surfen!

Frontside: Een term die wordt gebruikt om te beschrijven wanneer een surfer met zijn gezicht naar de golf toe surft, waardoor hij/zij een grotere zichtbaarheid en controle heeft over manoeuvres. Frontside surfen is afhankelijk van de golfrichting en de voorkeurs houding van de surfer (regular of goofy).

Froth: Froth is een term die wordt gebruikt om enthousiasme of opwinding onder surfers te beschrijven, meestal vanwege goede surfomstandigheden. Een ‘frothing’ surfer is iemand die erg enthousiast is om in het water te komen en te surfen.

G.

G.O.A.T = Greatest Of All Time, de grootste aller tijden. Deze benaming wordt ook gebruikt buiten de surfwereld. In de surfwereld wordt deze benaming gebruikt voor Kelly Slater.

Gnarly: Een term die wordt gebruikt om te beschrijven wanneer golven, omstandigheden of manoeuvres bijzonder uitdagend, gevaarlijk of indrukwekkend zijn.

Goofy: Een surfstand waarbij de rechtervoet vooraan op de plank staat, tegenovergesteld aan de regular stance.

Green room: De green room is surftaal voor de binnenkant van een barrel of tube. Als je je in de green room bevindt, zit je helemaal in het holle gedeelte van de golf en ben je omringd door de brekende golf.

Green Wave: Een ongebroken golf die surfers in staat stelt om langs het open gezicht (face) van de golf te surfen, in plaats van alleen in het whitewater.

Grom (of Grommet): Een grom, of grommet, is gewoon een jonge, beginnende surfer. Deze term wordt vaak gebruikt om jonge surfers te beschrijven die plezier hebben en hun skills in de sport verbeteren.

Ground Swell: Golven die worden gegenereerd door stormen ver van de kust, wat resulteert in langere periodes en meer energie, wat vaak betere surfomstandigheden oplevert.

Gun: Een gun is een lang, smal surfboard dat speciaal is ontworpen voor het surfen op grote golven. Dit type board geeft je meer stabiliteit en snelheid bij het pakken van grote golven, zoals die op bekende surfspots zoals Mavericks of Jaws.

H.

He’e nalu: He’e nalu is een Hawaiiaanse term voor surfen en betekent letterlijk “glijden op golven”. Dus als je het over surfen hebt met een Hawaiiaanse vibe, gebruik dan gerust deze term.

Heavy: Heavy is een term die wordt gebruikt om krachtige of gevaarlijke golven te beschrijven, meestal met dikke lippen en snelle barrels. Als je iemand hoort zeggen dat de golven heavy zijn, wees dan extra voorzichtig.

I.

Inside: De inside is het gebied tussen de line-up en de kust, waar golven al zijn gebroken. Dit is meestal waar je jezelf zult bevinden na een wipeout of als je een golf helemaal tot het einde hebt gesurft.

J.

Jibe (of Gybe): Een jibe is een manoeuvre waarbij je van richting verandert terwijl je op het water bent, zonder je surfplank of zeil los te laten. Het is een essentiële vaardigheid voor windsurfers en kitesurfers om onder de knie te krijgen.

K.

Kickout: Een kickout is een manier om je surfrit te beëindigen door van de achterkant van de golf af te springen. Dit zorgt ervoor dat je niet in de impact zone terechtkomt en dat je klaar bent om naar de volgende golf te peddelen.

Knot: Een eenheid van snelheid die wordt gebruikt om de snelheid van wind, golven en stromingen te meten, gelijk aan één zeemijl per uur (ongeveer 1,15 mijl per uur of 1,85 km/u).

Knot: Knobbel net onder de knie van een surfer of op het bovenoppervlak van de voet. Dit wordt veroorzaakt door de wrijving en druk tussen surfplank en huid.

Kook: Een term die wordt gebruikt om een onervaren of onhandige surfer te beschrijven, vaak iemand die de regels en etiquette van het surfen niet kent of negeert.

L.

Leash: Een leash is een koord dat je enkel verbindt met je surfplank, zodat je niet van je board gescheiden raakt als je van een golf valt. Het dragen van een leash is belangrijk voor de veiligheid van zowel jezelf als andere surfers in het water.

Left hander: Een golf die van rechts naar links breekt (vanuit het perspectief van een surfer die naar de kust kijkt), wat ideaal is voor surfers met een regular stance.

Line-up: De line-up is het gebied waar surfers wachten op golven, meestal net buiten de brekende golven. Het is belangrijk om rekening te houden met andere surfers in de line-up en respect te tonen voor surfetiquette om ongelukken en conflicten te voorkomen.

Lip: Bovenste gedeelte van een golf, vlak voor hij breekt.

Local Spot: Een surflocatie die populair is bij de lokale bevolking en mogelijk enige territoriale spanning tussen bezoekers en lokale surfers kent. Ga hier alleen heen als je wordt uitgenodigd door een local.

Localisme: Het beschermen van een lokale surfspot door lokale surfers, wat kan leiden tot territoriale spanningen en soms agressief gedrag tegen niet locals.

M.

Malibu: Een lange, brede surfplank met een ronde neus, ook wel een mini longboard genoemd, ideaal voor beginners en het surfen op kleinere golven.

Mushy: Mushy golven zijn langzaam en zacht, en ze bieden niet veel kracht voor surfers om snelheid en manoeuvres uit te voeren. Deze golven kunnen het resultaat zijn van ongunstige wind- of deining omstandigheden en zijn meestal niet ideaal om te surfen.

N.

Neopreen: Een synthetisch rubber dat wordt gebruikt voor het maken van wetsuits, booties en andere surfuitrusting vanwege zijn uitstekende isolerende en waterbestendige eigenschappen.

Nose: De nose is het voorste deel van je surfplank. Het ontwerp van de nose kan invloed hebben op de manier waarop je board op de golven rijdt, en verschillende vormen zijn geschikt voor verschillende soorten golven en surfstijlen.

O.

Offshore: Offshore wind is wind die vanaf het land naar de oceaan waait. Deze windrichting is gunstig voor surfen omdat het de golven schoon en goed gevormd houdt, waardoor ze beter te surfen zijn.

Onshore: Wind die vanuit zee naar het land waait, wat vaak resulteert in rommelige golven en minder ideale surfomstandigheden.

Outside: Het gebied verder van de kust waar grotere golven breken, vaak waar meer ervaren surfers wachten om grotere en krachtigere golven te vangen.

P.

Party wave: Een party wave is een golf waar meerdere surfers tegelijkertijd op surfen. Hoewel het soms leuk kan zijn, kan het ook leiden tot botsingen en verwarring in het water, dus wees voorzichtig bij het delen van golven met anderen.

Peak: Het hoogste punt van een golf waar het eerst begint te breken, waardoor surfers een keuze hebben om naar links of rechts te surfen, afhankelijk van de golfvorm.

Period(e): De tijd tussen opeenvolgende golven, gemeten in seconden. Een langere periode betekent vaak krachtigere en beter georganiseerde golven, wat resulteert in betere surfomstandigheden.

Pit: Het diepste, holste deel van een golf, meestal direct onder de brekende lip, waar surfers kunnen “getubed” worden.

Pitted: Een surfterm die betekent dat een surfer volledig is omsloten door de barrel of tube van een golf.

Point break: Een point break is een surfspot waar golven breken rond een landtong of een uitstekend stuk kustlijn. Dit soort golven kan lange, consistente ritten bieden die populair zijn bij surfers van alle niveaus.

Pop Up: De beweging die een surfer maakt om snel vanuit een liggende positie naar een staande positie op het surfboard te gaan.

Q.

Quad: Een surfboard met vier vinnen, ontworpen voor extra snelheid en manoeuvreerbaarheid in verschillende omstandigheden.

Quiver: Een quiver is een verzameling surfplanken die een surfer bezit. Surfers hebben vaak verschillende boards voor verschillende omstandigheden, zoals kleine golven, grote golven, of verschillende soorten breaks.

R.

Rail: De rail is de zijkant van je surfplank, en het ontwerp ervan kan invloed hebben op hoe je board reageert in het water. Scherpe rails kunnen meer grip bieden in steile golven, terwijl zachtere rails beter geschikt zijn voor vloeiendere bochten en overgangen.

Regular: Een surfstand waarbij de linkervoet vooraan op de plank staat, tegenovergesteld aan de goofy stance.

Right hander: Een golf die van links naar rechts breekt (vanuit het perspectief van een surfer die naar de kust kijkt), wat ideaal is voor surfers met een goofy stance.

Right of Way: De ongeschreven regels die bepalen welke surfer voorrang heeft bij het nemen van een golf, gebaseerd op positie en golfbenadering.

Rip Current: Een sterke stroming van water die van het strand terug naar de zee stroomt. Ripstromingen ontstaan doordat golven water naar de kust brengen en het water vervolgens een weg terug naar de zee zoekt. Ze kunnen gevaarlijk zijn voor zwemmers en surfers die erin terechtkomen en weggetrokken worden van het strand.

Rocker: De kromming van een surfboard van de neus tot de staart, wat invloed heeft op snelheid, stabiliteit en manoeuvreerbaarheid.

S.

Sectie: Een deel van een golf met specifieke kenmerken, zoals een snelle, holle sectie of een langzamere, meer open sectie waar surfers manoeuvres kunnen uitvoeren.

Set: Een groep opeenvolgende golven, meestal groter en krachtiger dan de omliggende golven, die samen aankomen.

Shaka: De shaka is een handgebaar dat vaak wordt gebruikt in de surfwereld om positiviteit en vriendschap uit te drukken. Het bestaat uit het uitsteken van de duim en de pink, terwijl de andere drie vingers gesloten blijven.

Shaper: Een persoon die surfplanken ontwerpt en vormt, waarbij rekening wordt gehouden met factoren zoals grootte, vorm, rocker, railvorm en vinconfiguratie.

Shortboard: Een kleiner, lichter en wendbaarder surfboard dat geschikt is voor snelle, krachtige manoeuvres en het surfen op grotere golven.

Snaking: Wanneer een surfer opzettelijk langs een andere surfer peddelt om hiermee de “right of way te stelen.

Softtop: Ander woord voor “foamy”. Dit is een surfboard met een zachte laag aan de bovenkant. Softtops worden vaak gebruikt door beginners. Een softtop heeft meer drijfvermogen en is minder hard als deze op je hoofd komt.

Spot: Een specifieke locatie waar surfers gaan surfen, vaak gekenmerkt door bepaalde kenmerken zoals golfkwaliteit, bodemcontouren en windomstandigheden.

Dit zijn volgens ons de 8 beste surfspots in Spanje!

Stall: Een manoeuvre waarbij een surfer de snelheid vermindert om zich beter te positioneren op de golf, bijvoorbeeld om in de tube te komen.

Stance: De positie van een surfer op een surfboard, met betrekking tot de plaatsing van de voeten en de oriëntatie van het lichaam.

Stoked: Enthousiast, hyped, opgewonden.

Surfcheck: Het bekijken van de surfspot voor je het water in gaat. Je kunt ook meerdere spots checken voor je besluit het water in te gaan.

Swell: Een swell is een reeks golven die zijn gegenereerd door wind die over een groot gebied van open water blaast. Swells kunnen zich over grote afstanden verplaatsen en zorgen voor surfbaar golven als ze de kust bereiken.

T.

Tail: De tail is het achterste deel van je surfplank. Net als de nose zijn er verschillende tail-ontwerpen die invloed hebben op de manier waarop je board presteert in het water.

Take Off: Het moment waarop een surfer een golf begint te rijden door op het board te springen en snelheid op te bouwen om de golf te vangen.

Thruster: Een surfboard met drie vinnen, ontworpen voor maximale manoeuvreerbaarheid en stabiliteit in verschillende omstandigheden.

Top Turn: Een manoeuvre waarbij een surfer een scherpe bocht maakt aan de bovenkant van de golf om terug te draaien naar de krachtigere delen van de golf.

Tow-in: Een surftechniek waarbij een surfer wordt gesleept door een jet-ski of ander vaartuig, vaak om zeer grote golven te kunnen vangen die normaal gesproken te snel zijn om met peddelen te bereiken.

Tube: Het holle deel van een golf waar de surfer zich in kan bevinden terwijl het water over hen heen krult, ook wel bekend als een barrel.

Turtle roll: De turtle roll is een techniek die wordt gebruikt om onder brekende golven door te duiken tijdens het peddelen naar buiten. Surfers kantelen hun board onderste

Twin Fin: Een surfboard met twee vinnen, ontworpen voor extra snelheid en een los gevoel op de golf, maar mogelijk minder stabiliteit en controle.

U.

Underground Surfer: Een getalenteerde surfer die niet per se bekend is bij het grote publiek of deelneemt aan professionele surfwedstrijden, maar in de lokale gemeenschap en bij andere surfers bekend staat om hun vaardigheden en stijl.

Upwind: De richting waaruit de wind komt, tegenovergesteld aan de windrichting (downwind). In de context van surfen kan het verwijzen naar het peddelen of positioneren van jezelf upwind van een golf, zodat de wind je helpt om in de golf te komen.

V.

V-bottom: Een V-bottom is een surfplankontwerp waarbij de onderkant van het board een V-vormige curve heeft van de nose tot de tail. Dit ontwerp kan surfers helpen om gemakkelijker van rail naar rail te rollen en scherpere bochten te maken.

W.

WSL: De World Surf League, de organisatie die verantwoordelijk is voor het organiseren van professionele surfwedstrijden en het bepalen van wereldkampioenen in verschillende categorieën. Bekijk hier de website.

Wax: Product wat je op je surfboard gebruikt voor meer grip.

Whitewater: Whitewater is het schuimende, gebroken deel van een golf dat overblijft nadat de golf is gebroken. Surfen in het whitewater kan uitdagender zijn vanwege de onvoorspelbare bewegingen van het water, maar het is een goede plek om te beginnen voor beginners die leren surfen.

Windswell: Golven die worden gegenereerd door lokale wind in plaats van verre stormen, wat vaak resulteert in kleinere, minder krachtige golven met kortere periodes.

Wipeout: Een val of mislukte manoeuvre tijdens het surfen, vaak resulterend in de surfer die van zijn of haar board valt en mogelijk wordt overspoeld door de golf.

X.

X-factor: In surfen verwijst de x-factor naar de unieke, persoonlijke stijl en vaardigheden die een surfer onderscheidend maken in het water. Elke surfer heeft zijn eigen x-factor, die zich kan uiten in de manier waarop ze golven lezen, hun manoeuvres uitvoeren of hun board aanvoelen.

Y.

Yard sale: Een yard sale is een humoristische term die wordt gebruikt om een chaotische wipeout te beschrijven waarbij een surfer zijn board, leash en eventuele andere uitrusting verliest. Het kan verwijzen naar het idee dat al je spullen over het water verspreid liggen, alsof je ze te koop aanbiedt op een rommelmarkt.

Z.

Zenith: In surfen verwijst de term zenith naar het hoogste punt dat een surfer bereikt tijdens een luchtfoto of sprong. Het bereiken van een hoge zenith kan een teken zijn van indrukwekkende luchtvaardigheden en techniek.

Als je deze hele surf termen lijst hebt doorgenomen, weet je in elke surf situatie precies wat welke term betekend. Ongetwijfeld zijn er nog termen die missen in deze lijst, heb je er een gehoord waarvan je de betekenis niet kan vinden? Laat het ons weten via Instagram en we gaan op onderzoek naar de juiste beschrijving!

Ga voorbereid op surfvakantie met deze handige checklist

Goedkope vliegtickets? Check onze vergelijkingstool en bespaar geld voor extra surflessen of een nieuw wetsuit.

De beste surfkampen over de hele wereld. Boek nu voor jouw ultieme surfervaring.

Flexibel en gemakkelijk van spot naar spot reizen? Huur een auto voor jouw surftrip via onze betrouwbare partners.

Geen zorgen op surfreis? Bekijk en vergelijk de beste reisverzekeringen op onze website.

Score de beste golven door de actuele surfvoorspellingen te checken op deze website.

Bekijk onze ultieme inpaklijst om er zeker van te zijn dat je alles meeneemt wat je nodig hebt.

Foto van auteur
Over de schrijver
Sport en outdoor activiteiten hebben mij van jongs af aan altijd gefascineerd, en deze passie is door de jaren heen alleen maar sterker geworden. Het was dan ook vanzelfsprekend dat ik na mijn middelbare schooltijd erop uit wilde trekken om de wereld te ontdekken. Wanneer ik niet op zoek ben naar de perfecte golf om te surfen, is de kans groot dat je me ergens in de sneeuw aantreft!